jaar 1639 reeds op het Bui
tenhof in den Haag en blijkbaar woonde hij er 40 jaren
later nog. In het Haagsch jaarboekje van 1892 vindt men
nl. op bl. 49 in de .Memorie van de Huysen van de
Graeflicheyt ... In het Jaarboekje van die Haghe van 1901 vindt men
in „Een wandeling door den Haag in het jaar 1679”
op blz. 153: Op het buytenhof:
Haags Jrbk. Haagsch Jaarboekje, 18891899.
17) Dr. W. Moll, Die Haghe, 1932, bl. 31. Volgens J. Hoog
werf (Haagsch Jaarboekje 1896 bl. 239) werd de gracht van de
Hout- en Turfmarkt pas in 1609 gegraven. Ook bij Van Zuiden
vindt men dat jaar
aangeduid de klapper op de Transportregisters in het
Haagsch Gem.-Archief; het daaropvolgend nummer is dat van het
desbetr. deel en het daarachter geplaatste nummer het volgnr. van
het uittreksel. Jrb. is het ... Jaarboekje „die Haghe" en Hb. zijn de
Hofboeken in de uitgave Pabon.
HAAGSCH
GENOOTSCHAP
(vrijzinnig protestant)
LAGERE SCHOOL
leidt op voor gymnasium.
Lyceum. H.B.S.
... Haagsch Modehuis vraagt v.
te direct of later 720
, 1901, bl. 58, noot 1). In een Memorie van de
Husen van de Graefflicheyt in 's-Gravenhage treft men aan „het
washuijs van sijn hoocheijt” op het Binnenhof anno 1639 (Haagsch
Jaarboekje, 1892, bl. 48).
i) Haagsch Jaarboekje 1897, Het jachtslot Ter Horst onder
Wassenaar, bl. 364/5.
HAAGSCH „KUNSTGEBOUW”
... HAAGSCH DASSENATELIER.
hoogste en laagste noteeringen over 1940
finantieele maandboekjes, alsmede het
ingebonden jaarboekje over 1940
... „Haagsch Maandblad” verschijnt
met de volgende artikelen: In hoeverre is
oorlogsinflatie onvermijdelijk’ mr. D. J.
Hulshoff Pot; De verwoesting van de
aarde door den mensch, een beschouwing
over
HAAGSCH GEMENGD KOOR
„ARTI VOCALI"
... (j N.B. Ai deze aardige gegevens,
j diepte ik op uit „Wie. Wat, Waar?”|
het handige jaarboekje van de
x) Haagsch Jaarboekje 1910, p. 21.
2) Haagsch Jaarboekje 1908, p. 341.
VLIEGENSVLUG vervoerd met het Haagsch
... Op aanvraag zenden wij gratis
hoogste en laagste noteeringen over 1940
finantieele maandboekjes, alsmede het
ingebonden jaarboekje over 1940
een uitgave, bevattende de winsten,
dividenden, koersen en
schrijft
daarover in het Jaarboekje van het Koninklijk Conser
vatorium: „Als men bedenkt, dat onze tegenwoordige
orkesten eiken dag repeteeren, dan heeft men moeite
om te gelooven, dat er toen voor elk ... blazers de kluts kwijt was geraakt, en eenvoudig
ophield tot hij weer kans zag, of meende te zien, „de
placer sa note”. Merkte Verhuist dat, dan riep hij in
zijn plat Haagsch: „Waar blêf je toch? ik zie je
Haagsch Jaarboekje van 1895 (blz. 99,
„Wie erin 1715 in de Noord-Oostenrijksche Buurt (Voor
hout enz.) te ’s-Gravenhage woonden”), dit in antwoord
op een gelijk getiteld stuk van A. J. Servaas van Rooijen
Ook vermeldden wij reeds kort, dat Pimentel in het
Haagsch Jaarboekje van 1895 trachtte een antwoord op
lijkste form de souverainiteit van Holland niet bestaande bij
Keizer of Koning, maar wettelijk aan de Staaten" (Resol. van Ge-
comm. Raden, in Haagsch Jaarboekje van 1889 Blz. 23).
Jhr. G. C. Calkoen, Haagsch Jaarboekje 1903, blz. 171.
, dat hij het initiatief
nam tot het uitgeven van een Haagsch Jaarboekje, dat
uitsluitend Haagsche geschiedkundige onderwerpen zou
behandelen. In 1889 verscheen het eerste deeltje onder
zijn redactie bij ... steeds voortgezet. Nadat bij de uitgevers
Cremer Co. in 1890 en 1891 een 2e en 3e jaarboekje
was uitgekomen, was het 4e jaarboek voor 1892 het
orgaan geworden der inmiddels opgerichte vereeniging
„die
het Haagsch Jaarboekje van 1911. Voor een aanvullende studie
van deze schets verwijzen wij naar beide publicaties.
2) Zie Haagsch Jaarboekje 1911.
De rekeningen van de verschillende afdeelingen van het Gra
felijke huis zijn van af Ao. 1343 meerendeels bewaard gebleven en
thans in het Rijks-archief alhier. Zie het Haagsch jaarboekje over 1909.
3) Zie T. Morren in Haagsch Jaarboekje voor 1897, blz. 182 186.
s) Over de Haagsche Vischmarkt zie: W. v. d. Endt: De Zeevisch-
markt in Haagsch Jaarboekje 1893. Over den Haagschen vischhandel;
Dr. H. E. van Gelder: Visscherij en Vischverkoop in de Keuren van
den
Huygens Haagsch
... 1) Zie over hem en zijn gezin (verwant aan dat van
Jaarboekje 1898, en Fruin’s aanteekeningen op Droste.
3) Vergelijk Haagsch Jaarboekje 1891, blz. 21.
2) Zie over hem Haagsch Jaarboekje 1892, blz. 40.
8) Haagsch Jaarboekje 1898 p. 89.
h Momenta desultoria Uitg. 1644. Holl. vertaling van Dr.
W. Meijer in Haagsch Jaarboekje 1898 p. 81.
I) Haagsch Jaarboekje 1893 p. 156.
Naamlijst van verkochte huizen enz. 5 April 1798 en verder
Haagsch Jaarboekje 1898 p. 231.
Zie verder Haagsch Jaarboekje 1899 p. 155.
i) Haagsch Jaarboekje 1904 p. 47; Eyssell, 's-Gravenhage
van voorheen en thans I p. 120.
Zie ook Haagsch Jaarboekje 1893 p. 80 e.v.
J) Haagsch Jaarboekje 1891. p. 36.
2) Zie voor verdere inzonderheden Haagsch Jaarboekje 1890.
de protocollen van den
Haagschen notaris W. van den Hove d.d. 28 October
1678, medegedeeld in het Haagsch Jaarboekje van 1898,
waarin Catharina Weynants wed. Claes Cruyt vermaakt
aan haar dochter
1) Het sprekende den Haag. Haagsch Jaarboekje 1898 p. 72.
van Chempy (gewezen biechtvader
van Vrouw Jacob van Beijeren) „hermite in 't bosch tot Sinte
Anthonis Capelle”. Haagsch Jaarboekje 1891, pag. 27.
Zie Haagsch Jaarboekje 1895, p. 14.
Reeds op 11 December van dat jaar werd in Den Haag
eene opstijging beproefd. Zie Haagsch Jaarboekje voor 1890
biz. 108.
1) In het Haagsch Jaarboekje van 1899 vindt men op bladz.
136, eene afbeelding der zaal, naar de pracht-teekening van D.
Marot van 1686.
s) Eene verkleinde reproductie dezer gravure vindt men in
het Haagsch Jaarboekje van 1897 op bladz. 144. In een brief
aan Johan Maurits, gedagt. 17 November 1637 waarin Huijgens
zijne nieuwe woning
(huis Jacobs). Haagsch Jaarboekje van 1895.
In het Haagsch Jaarboekje voor 1898 2) vinden wij
daaromtrent het navolgende
x) Dit vermeldt Ising ten minste (De Groote Zaal fol. 45b)
doch uit eene bijdrage in het Haagsch Jaarboekje van 1891,
bladz. 21, blijkt, dat in den zomer van 1812 de Conseil Municipal
de la bonne
Dit geschiedde op initiatief van den Heer Peters. Zie Haagsch
Jaarboekje 1896 v. w. pag. 29. Red.