| Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | pagina 1
HAAGSCH JAARBOEKJE
HAAGSCH JAARBOEKJE
HAAGSCH JAARBOEKJE
haagsch jaarboekje
HAAGSCH JAARBOEKJE
HAAGSCH JAARBOEKJE
«.Eet Haagsch Jaarboekje heeft zich reeds vele vrienden gemaakt 1Deze bemoedigende mededeeling deed mij met lust en ijver het Mengelwerk voor den tweeden jaar gang samenstellen. Velen waren mij ... Indien ik iets moet betreuren dan is het dit, dat eene beperkte ruimte ook beperking in de mededeelingen eischt. Wat nood echter Als het Jaarboekje een hoogen ouder dom mag bereikendan is er plaats
Zie ook Haagsch Jaarboekje voor 1889, blz. 58, e. v.
HAAGSCH JAARBOEKJE
HAAGSCH JAARBOEKJE
Art. 7. De geschriften der werkende leden, voor zooverre zij daartoe geschikt zijn, dit ter beoordeeling van het bestuur, zullen voorloopig geplaatst worden in het Haagsch Jaarboekje, wanneer dit tot
Waar het ons doel is telken jare in dit jaarboekje op een belangrijke aanwinst van te wijzenkiezen we voor ditmaal het Artz zoo kenmerkende doek Het naar der kuddedat, de laatste aanwinst is ... Voornamelijk onze stadgenootendie de kern der lezers van dit jaarboekje vormenzullen geen aan sporing behoeven om op te gaan naar het gebouw, op den hoek van den Korten Vijverbergom het stuk voor de
Dichtkunst, in, waerna alle de leden een vriendelijke Maeltijd hielden. ('s-Graven- haagsche Vrijdagse Courant van 16 Oct. 1772 N°. 125.) Zie Haagsch Jaarboekje, 1889 bl. 63.
HAAGSCH JAARBOEKJE
Met lust en ijver toog ik dan ook weder aan den arbeid, en bracht het mengelwerk voor dezen nieuwen ■jaargang van het Haagsch Jaarboekje bijeen, onderwijl ik een wakend oog liet gaan over het ... Jaarboekje is geworden, spiegelt er
Art. 7. De geschriften der werkende leden, voor zooverre zij daartoe geschikt zijn, dit ter beoorde.eling van het bestuur, zullen voorloopig geplaatst worden in het Haagsch Jaarboekje, wanneer dit
Zooals aan de meesten Uwer uit de toezending van het Haagsch Jaarboekje voor 1892 reeds is gebleken, is aan het voornemen van het bestuur, om dat werk als orgaan onzer vereeniging aan te nemen ... , gevolg kunnen gegeven worden. De eigenaar dezer uitgave, onze Voorzitter, tevens redacteur van het Jaarboekje, werd daartoe belangeloos bereid gevonden, en blijft zich met de redactie belasten.
conditiën voor het buitenland gemaakt, die in het Nederlandsch vertaald, door den Heer J. C. van der Muelen in het Haagsch Jaarboekje van 1889 blz. 6784 ingezonden zijn.
Ten slotte zij aangestipt. dat onze Voorzitter, met machtiging van het Bestuur der Vereeniging op de Sporttentoonstelling heeft ingezonden de vier jaargangen van het Haagsch Jaarboekje, met het oog
ondergeteekende zich tegen «De Nederlandsehe Spectator” verdedigt omtrent zekere woorden, welke door hem gebruikt zijn in het «Haagsch Jaarboekje -1892.” Pag. 37 en 44.
In 't Haagsch Jaarboekje 1889. bladz. 53 e. v., werd door onzen geachten Gemeente-Archivaris medegedeeld, waar en wanneer de stoffelijke overblijfselen der gebroe ders de Witt, in de Nieuwe Kerk
bovengemeld Haagsch Jaarboekje.
(Uit het Haagsch jaarboekje 1894);
j van Rooijen, zes jaargangen het Haagsch jaarboekje 18891894.
HAAGSCH JAARBOEKJE
Het Haagsch Jaarboekje komt met alle bescheidenheid weder gehoor vragen. Zijn redacteur is met dankbaarheid vervuld. Eensdeels omdat de medewerking groot waszóó groot zelfs, dat reeds voor den ... het Jaarboekje als goed en degelijk te stempelen
Haagsch Jaarboekje ... Haagsch Jaarboekje
geschiedenis, dat hij een werkzaam deel van onze Vereeniging wil uitmaken. De heer van Heijst heeft dit reeds getoond door het allerliefste dichtstukje, dat hij ons voor het Haagsch Jaarboekje afstond, en
van den zilversmid Verhoed' die bij den moord tegen woordig was. (Zie Haagsch Jaarboekje 1894, blz. 96 e. v.)
tot den bouw van enne nieuwe kerk. Dat van den laatsten werd gekozen. (Zie Haagsch Jaarboekje van 1893, blz. 156.)
-apotheker, woonde op de Hoogstraat (oostzijde) in de Souverg, mijn Haagsche doctoren bl. 55, doch vooral mijn opstel in het Haagsch Jaarboekje voor 1893 bl. 12.
1874 in den Nederl. Spectator en in het Rotterd. Jaarboekje, menige bijzonderheid omtrent van werk voorkomt. ... plattegrond van ’s-Gra- venhage in ’t bezit van het Rijks-Archief, en werd daar van. ten behoeve van den Atlas van het Haagsch Gemeente-Museum een copie vervaardigd.
2) Zie Haagsch Jaarboekje 1893, bldz. 88.
Wat hier volgt, behoort bij onze vroegere bijdrage in het Haagsch Jaarboekje 1892, bladz. 23- -44. He Pastoorslijst van de St. Jacobs-parochie is daar gelijk wel te verwachten was, niet geheel
-parochie, hetzelfde waarvan in het Haagsch Jaarboekje 1892, bldz. 12, Verslag, melding wordt gemaakt, staat het volgende ... zijne plaats aan te wijzen. Pastoor Willemsz. heeft in genoemd werk het jaartal 1529 bij zich en komt alzoo te staan tus- schen Johan van Duivenoorde (1524) en Huybrecht Byl (1542.) Vgl. Haagsch
20 Febr. 1682, Wouter Moulart den 16 Nov. 1686, GruillielmusFredericus Daelenoort den 7 Octob. 1738. Van Cornelis van der Putten hebben wij niets naders gevonden. Vgl. Haagsch Jaarboekje 1892, bladz ... In mijn opstel over Napoleon I te ’s-Gravenhage, in het jaarboekje van 1893, komt op blz. 74 een mis verstand voor.
C. Gysberti Hodenpyl, Rectificatie, (zie Haagsch Jaarboekje, 1893, de bladz. 74) ... Lid, J. J. Habets (In Memoriam). 193 P. Zwakt, Iets ter aanvulling (zie Haagsch Jaar boekje, 1892, de bladz. 2344)194.
Een portret van Louis Ernest Maritz, Geschutgieter als voren (zie over hen het Haagsch Jaarboekje voor 1895).
Haagsch Jaarboekje voor 1895, orgaan der vereeniging „die Haghe”.
", in Haagsch Jaarboekje voor 1895).
Het Kalhuis en de Brug te Scheveningen Lith. door J. G. Smits (zie hierover Haagsch jaarboekje van 1890). ... De portretten van Jean en Louis Ernest Maritz, geschut- gieters in het laatste der 18e eeuw (uit het Haagsch jaar boekje voor 1895).
HAAGSCH JAARBOEKJE
Haagsch Jaarboekje ... Haagsch Jaarboekje
Art. 7. De geschriften der werkende leden, voor zoover zij daartoe geschikt zijn, dit ter beoordeeling van het bestuur, zullen voorloopig geplaatst worden in het Haagsch Jaarboekje, wanneer dit tot
Met drie regels heeft de heer Peters, aan het slot zijner rede, nu gedrukt in het Haagsch Jaarboekje gezegd, wat ik zou willen, dat door de Vereeniging zal worden ter hand genomen.
Laat onze vergaderingen onze arbeidsbeurs zijn: blijve het Haagsch Jaarboekje nog vele jaren ons orgaan 1
14. Een nummer van De Portefeuille, Weekblad, gewijd aan Kunst en Letteren, waarin eene zeer gunstige recensie van het Haagsch Jaarboekje 1894. Ons toegezonden door den uitgever M. M. Olivier. ... ■15. Een nummer van De Nederlandsche Spectator (10 Febr. 1894) waarin eveneens eene recensie van ons jaarboekje voorkomt, die over het algemeen vrij gunstig magheeten. Ingébracht door ons bestuurslid
werkzaamheden, recensies over het Haagsch Jaarboekje, en zoo al meer. Met blijdschap kunnen wij constateeren, dat onze arbeid steeds zeer veel waardeering vindt, en ons Jaarboekje van 1894. den algemeenen bijval
In 1890 werd een 2e druk, nu in twee stukken uit gegeven en zooals de ongenoemde schrijver in het Haagsch Dagblad (hierboven vermeld) zegt „is vooral het tweede stuk eene belangrijke verbetering en ... dagbladen, tijdschriften en het jaarboekje van het Kon. Inst. der Marine kan van zijne voortdurende werkzaamheid ge tuigen, en nog op het laatst van zijn leven verschenen in het tijdschrift Nederland de twee
degelijkheid nog kort voor zijn dood bewerkt, en allen, die het lezen, zullen het zeker met mij betreuren, dat wij hier in het Haagsch Jaarboekje de laatste historische studie van mijn vriend Backer Dirks voor
1 Zie in het Haagsch Jaarboekje voor